A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - R - S - T - V - W |
Aanvangschuld |
De hoogte van de oorspronkelijke lening. |
Administratiekosten |
Kosten die de geldverstrekker in rekening brengt bij het afsluiten van een hypotheek. |
Afkoopwaarde |
Bedrag dat wordt uitgekeerd bij een vroegtijdige beëindiging van een levensverzekering. |
Afsluitprovisie |
Provisie bij het sluiten van een hypotheek door de geldnemer te voldoen. |
Annuiteitenhypotheek |
Hypotheek waarvan de lasten, rente en aflossing per termijn even hoog zijn. |
Bandbreedrente |
Hypotheekrente die constant blijft zolang de marktrente zich binnen een bandbreedte begeeft. |
Bankgarantie |
Verklaring waarin de bank zich borg stelt voor het nakomen van de verplichtingen. Na het tekenen van de voorlopige koopovereenkomst wordt meestal een aanbetaling/waarborgsom of bankgarantie gevraagd van 10% van de koopsom. |
Beleggingshypotheek |
Hypotheek waarbij kapitaal wordt opgebouwd door middel van beleggen (meestal in aandelenfondsen). |
Bijleenregeling |
Regeling met de bedoeling dat mensen de overwaarde van woning terug steken in de woning. |
BKR |
Bureau Krediet Registratie. |
Boeterente |
Extra rente die de geldverstrekker in rekening brengt bij het te laat, of niet betalen van de aflossing. |
Boetevrije aflossing |
De meeste hypotheekverstrekkers bieden de mogelijkheid om jaarlijks een gedeelte van de hypotheek boetevrij af te lossen. |
Conversiekosten |
Kosten die u maakt om te wijzigen van een rentevastperiode naar de andere of om te switchen tussen bandbreedterentes. |
Courtage |
Makelaarsloon, provisie. |
Depot |
Spaarrekening. |
Depotrente |
Rente die u krijgt over het geld in het depot. |
Effectenhypotheek |
Een hypotheek waarbij het kapitaal wordt opgebouwd door beleggen buiten de hypotheek. |
Effectieve rente |
De effectieve rente staat vermeld in elke hypotheekofferte en hiermee wordt bedoeld de daadwerkelijk te betalen rente, waarin is verwerkt de eventuele afsluitkosten en wanneer er betaald wordt. |
Eigen woning forfait |
Het bedrag, dat bij uw inkomen wordt geteld op basis van een percentage van de WOZ waarde. |
Erkend
hypotheekadviseur |
Een hypotheekadviseur die is ingeschreven in het register van de Stichting Erkenningsregeling Hypotheekadviseurs. |
Executiewaarde |
Waarde die de hypotheekverstrekker denkt te kunnen krijgen bij een gedwongen verkoop. |
Expiratiedatum |
Datum waarop de hypotheek of het rentevasttermijn afloopt. |
Financiële bijsluiter |
In een Financiële Bijsluiter staat de belangrijkste informatie over een financieel product. |
Hybride hypotheek |
Tussenvorm van een spaarhypotheek en een beleggingshypotheek. |
Hypotheek |
Lening waarbij onroerende zaak onderpand is. |
Hypotheekakte |
Officieel contract tussen de hypotheekgever en de hypotheeknemer. |
Hypotheekgever |
De hypotheekgever is de geldnemer. Als u een hypotheek afsluit bent u dus de hypotheekgever. |
Hypotheekofferte |
Aanbieding van de geldverstrekker waarin staat wat de kosten en voorwaarden van de lening zijn. |
Hypotheekrente |
Rente die u betaalt over een hypothecaire lening. |
Hyptheekrenteaftrek |
Het bij de belasting af te trekken hypotheekrente. |
Kadaster |
Openbaar register van onroerende goederen. |
Kosten koper |
De kosten die gemaakt worden bij de overgang van eigendom van de woning voor de koper. Hierbij gaat het om de de overdrachtsbelasting en notariskosten voor het opmaken van de koopakte. |
Krediet hypotheek |
Hypotheek waarbij het mogelijk is zonder boete tussentijds af te lossen en vervolgens weer bedragen op te kunnen nemen. |
Levenhypotheek |
Een levenhypotheek combineert een aflossingsvrije hypotheek met een levensverzekering. |
Lineaire hypotheek |
Een lineaire hypotheek is een hypotheek waarbij u maandelijks een vast bedrag aan aflossing betaalt. |
Nationale Hypotheek Garantie |
(NHG) Wordt verstrekt door Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen. Het waarborgfonds staat garant voor de terugbetaling van uw hypotheekbedrag aan de verstrekker. |
Netto maandlast |
De netto maandlasten zijn de kosten die u maandelijks kwijt bent aan uw hypotheek, als daarin de terug te ontvangen belasting verwerkt is. |
Nominale rente |
Rente die door de geldverstrekker in de hypotheekofferte gehanteerd wordt. |
Notaris |
Stelt de benodigde aktes op en zorgt ervoor dat deze bij het kadaster terechtkomen. |
Notariskosten |
Kosten die u bij de notaris maakt. |
Onderpand |
Een onderpand dient als zekerheid voor de hypotheekverstrekker. Als u de hypotheek niet kunt opbrengen dan wordt het onderpand (meestal de gekochte woning) verkocht. |
Oversluiten |
De ene hypotheek inruilen voor de ander. |
Overwaarde |
De waarde van huis min de aankoop waarde. |
Passeren |
Het passeren van de hypotheek gebeurt op het moment van het ondertekenen van de hypotheek (contract bekrachtigen). |
Premiedepot |
Vanuit premiedepot kan de premie voor de levensverzekering gedurende een bepaalde periode voldaan worden. |
Rentevaste periode |
Periode dat de rente vast staat. |
Spaarhypotheek |
Bij een spaarhypotheek los je tussentijds niets af, maar spaar je om de hypotheek op het einde van de looptijd ineens af te lossen. |
Taxatiekosten |
Kosten die gemaakt worden bij het taxeren van de woning. |
Taxatierapport |
Rapport waarin onder andere de officiële waardebepaling van de woning wordt vermeld. |
Tophypotheek |
Hypotheek waarvan het bedrag het normaal gebruikelijke percentage van de executiewaarde (meestal 75%) overschrijdt. |
Variabele rente |
Een variabele rente is een rente die dagelijks, wekelijks, maandelijks of per kwartaal opnieuw wordt vastgesteld. De variabele rente is afhankelijk van de geldende dagrente. |
Vrij op naam |
Bij kopen Vrij Op Naam zijn de wettelijke kosten in de koopsom inbegrepen. |
Waarborgsom |
De waarborgsom is het bedrag dat in de koopovereenkomst wordt afgesproken (meestal 10% van de aankoopsom), ter zekerheid van het nakomen van de verplichtingen door de koper. |
WOZ Waarde |
De WOZ-waarde is de door de overheid vastgestelde waarde van de woning die als basis dient voor de vaststelling van de onroerende zaak belasting. |
|